Gedurende mijn onderzoek en verblijf in Amsterdam Geuzenveld-Slotermeer merkte ik dat veel problemen en spanningen in de multiculturele maatschappij te maken hebben met taal. Zo worden buitenlanders enerzijds gedwongen volledig deel te nemen aan de Nederlandse maatschappij en Nederlands te leren, anderzijds is er geen enkele noodzaak om Nederlands te spreken. Je buren spreken Sranan Tongo, je collega’s Turks, en de caissières in de supermarkt spreken Marokkaans: waarom zou je een niet gesproken taal leren?
Toch vereist de inburgering dat je Nederlands spreekt. De vraag is niet ‘waarom?’ maar ‘hoe?’ Een Nederlandse zegswijze luidt: waar een wil is is een weg. Als je een vreemde taal wilt leren, dan kun je het. Ik probeer de zin: ‘Ik moet Nederlands spreken’ te leren in de talen die de Nederlandse regering gebruikt: Nederlands, Engels, Arabisch, Turks en Chinees.
De zin ‘Ik moet Nederlands spreken’ is zowel een weergave als een kritiek op het integratiebeleid in Nederland: het is een éénzijdige assimilatie, opgelegd door een dominante maar ongedefinieerde cultuur. Dit soort ‘integratie’ opent geen deuren en slecht geen grenzen, integendeel: het veroorzaakt meer segregatie en uitsluiting van verschillende minderheidsgroepen.
Als Nederlandse kunstenaar die in Amsterdam Geuzenveld-Slotermeer woont ben en blijf ik een buitenstaander, de 17e ‘buitenlander’ die komt rondneuzen en weer verdwijnt. Met dit project wil ik me engageren als kunstenaar, mezelf zichtbaar maken en zichtbaar blijven. Ik zal in het openbaar een confronterende zin leren in een vreemde taal.
Het project One sentence a day keeps me away laat zien hoe ik vooruitgang boek bij het leren van deze zinnen; het maakt de verschillen zichtbaar tussen ‘insiders’ en ‘outsiders’.
Om ‘outsiders’ ‘insiders’ te maken nodig ik de bewoners van Geuzenveld-Slotermeer uit om te reageren op de verschillende afleveringen van mijn project. Zo kunnen ze zichzelf beschouwen en bespreken als een gemeenschap die niet alleen beïnvloed wordt, maar ook invloed uitoefent.