Mijn jaar aan No Academy is begonnen met zelfonderzoek. Door het uitwerken van een persoonlijk principekader onderzocht ik de wijze waarop ik mijn dagelijks leven vormgeef. Mijn manier van leven wordt grotendeels bepaalt door het vinden van praktische middelen om deze persoonlijke principes na te streven.
Door het persoonlijk principekader ben ik uit het veilige domein van de (ironische) beschouwer gestapt en ervaar ik de gevolgen van mijn principes. De toewijding hieraan is ingrijpend en dwingt om na te denken in hoeverre mens en samenleving maakbaar zijn. Zo probeer ik een antwoord te vinden op de vraag wat een ideale burger nu eigenlijk is, en wat wij in het werk moeten stellen om er één te worden.
De principes uit het persoonlijk principekader heb ik door middel van taal en beeld omgezet in een aantal gouden regels, nieuwe geboden voor de ideale burger:
een held zijn (in staat zijn lichtend voorbeeld te zijn voor je omgeving en te helpen in nood) moedig zijn (je angsten tegemoet treden)
mondig zijn (je mening delen en laten horen) gezond zijn (door middel van lichaamsbeweging en goede voeding)
hard en toegewijd werken
zelfbewust zijn (in staat om de eigen mogelijkheden en kansen in te zien)
een honger naar kennis hebben
een constante wil tot zelfontplooiing en ontwikkeling
anderen beschermen (tegen calamiteiten, onderdrukking door fysiek of mentaal geweld, armoede, et cetera)
algemeen welzijn boven persoonlijk gewin plaatsen het bevorderen van humor (als ultiem middel om de status quo te bevragen of draaglijker te maken)
Voorbeelden van een mogelijke vertaling in handelen: werken aan zelfkennis door zelfbeschouwing; anderen beschermen tegen fysiek geweld door een cursus zelfverdediging; gezondheid door consumptiepatronen en lichaamsbeweging nauwlettend in de gaten te houden; kennis door een lidmaatschap en wekelijks bezoek aan de bibliotheek; een held worden door een cursus vrijwilliger bij de brandweer te volgen.
Dit zijn de eerste stappen om aan de idealen gehoor te geven, er kunnen nog vele aan toegevoegd worden. Het onderzoek moet scherpte krijgen door ook hierin grenzen op te zoeken. Mijn uitgangspunt is deze regels na te leven als ultieme doelen. Daarbij wil ik onderzoeken in hoeverre deze idealen haalbaar en wenselijk zijn. Ik zet mijzelf in als metafoor voor wat er gebeurt als je zelf de maat bent voor hetgeen je stelt. Dit houdt in dat mijn persoonlijke set of rules de leidraad vormt voor acties die zowel invloed hebben op mijzelf als op mijn omgeving. Hierin wens ik zo ver te gaan als nodig is. Ik zal mezelf zodanig trainen en vormen dat ik de door mijzelf uitgestippelde kwaliteiten aan kan bieden: in staat zijn tot moed, zelfbewustzijn, zelfverbetering, humor, hard werken, bescherming tegen geweld en armoede, mondigheid en het onder ogen komen van angsten en heldhaftigheid. Hierbij gaat het er niet om het subjectieve naar een geïsoleerd voorwerp of beeltenis te vertalen, zoals dat in de kunst gangbaar is. Het gaat erom het subjectieve te vertalen naar het dagelijks bestaan. Het is een proces van vereenzelviging met de uitgangspunten van mijn werk. Het visuele aspect verbeeldt en communiceert het proces van vereenzelviging. Vormgeving is hier een gereedschap van analyse en van documentatie. Het proces externaliseren en gebruiken als ontwerpstrategie is een middel om het creatieve en scheppende ervan breder inzetbaar te maken. Voor het Samenwerkingsverband Regio Eindhoven (SRE) en de Kamer van koophandel (KVK) in Utrecht probeer ik met deze strategie eenduidige principekaders te bepalen voor verschillende partijen die deel uitmaken van een onvoldoende samenhangend geheel. Voor het SRE zijn dat de burgemeesters in de Regio Eindhoven en voor de KVK Utrecht zijn dat de verschillende gebruikers van het stadcentrum van Utrecht. Doel is om door middel van principekaders een handelingsperspectief te ontwikkelen waar alle partijen zich actief aan kunnen en willen verbinden. Door dat wat men zichzelf tot doel wenst te stellen kan het burgerschap worden geactiveerd.